Difference between revisions of "Oesterpark Saint-Georges"
(21 intermediate revisions by the same user not shown) | |||
Line 1: | Line 1: | ||
+ | <div style="float: right; border: 1px solid #006784; | ||
+ | width: 180px"> | ||
+ | [[Historiek_van_de_Belgische_oesterkweek|>>Naar de introductiepagina<<]] | ||
+ | </div> | ||
+ | <br> | ||
__NOTITLE__ | __NOTITLE__ | ||
− | |||
− | Op 4 januari 1896 werd voor de notaris Ectors te Brussel de stichtingsakte van de “N.V. Huîtrières Saint-Georges” ondertekend. De hoofdzetel van deze onderneming, die opgericht was voor een tijdspanne van 30 jaar, bevond zich in Schaarbeek. Het startkapitaal bestond uit 300.000 frank, samengesteld uit 600 aandelen van 500 frank. Eén van de initiatiefnemers achter deze oesterput was de baron Benjamin Crombez.<ref name="Bijnens">[http://www.vliz.be/imis/imis.php?module=ref&refid=214681 Bijnens, B. (2001). Nieuwpoortse oesterputten Bachten de Kupe 43: 208-215.]</ref> Toen Nieuwpoort-Bad op 21 juli 1864 officieel gesticht werd als vierde badplaats langs de Belgische kust, was deze Crombez eigenaar van alle domeinen tussen Nieuwpoort-Stad en de zee. Onder impuls van de grootgrondbezitter, die van de stad een ‘aristocratische’ trekpleister wilde maken, schoten talloze villa’s en luxueuze hotels uit de grond, terwijl ook golfterreinen, wandeldijken en oesterkwekerijen volgens hem noodzakelijk waren om de elite naar Nieuwpoort te krijgen.<ref>[http://www.vliz.be/imis/imis.php?module=ref&refid=107626 Debergh, R. (2006). Nieuwpoort: een illusie van ongerepte natuur, in: Uyttenhove, P. et al. (2006). Recollecting landscapes: herfotografie, geheugen en transformatie 1904-1980-2004. pp. 216-244.]</ref> In 1896 stelde hij dan ook 3 | + | {{Oesterkwekerij |
+ | |grote titel=Oesterpark "N.V. Huîtrières Saint-Georges" (1896-ca. 1913) | ||
+ | |||
+ | |googlemap= {{#display_map: | ||
+ | 51.137623, 2.746364~ ~ ~ ~ ~Oesterpark "N.V. Huîtrières Saint-Georges" | ||
+ | |type=satellite|zoom=12|height=300px | ||
+ | }} | ||
+ | |||
+ | |onderschrift= Hedendaagse kaart van Nieuwpoort, met de ligging van het voormalige oesterpark van "N.V. Huîtrières Saint-Georges" | ||
+ | }} | ||
+ | |||
+ | <br> | ||
+ | |||
+ | Op 4 januari 1896 werd voor de notaris Ectors te Brussel de stichtingsakte van de “N.V. Huîtrières Saint-Georges” ondertekend. De hoofdzetel van deze onderneming, die opgericht was voor een tijdspanne van 30 jaar, bevond zich in Schaarbeek. Het startkapitaal bestond uit 300.000 frank, samengesteld uit 600 aandelen van 500 frank. Eén van de initiatiefnemers achter deze oesterput was de baron Benjamin Crombez.<ref name="Bijnens">[http://www.vliz.be/imis/imis.php?module=ref&refid=214681 Bijnens, B. (2001). Nieuwpoortse oesterputten Bachten de Kupe 43: 208-215.]</ref> Toen Nieuwpoort-Bad op 21 juli 1864 officieel gesticht werd als vierde badplaats langs de Belgische kust, was deze Crombez eigenaar van alle domeinen tussen Nieuwpoort-Stad en de zee. Onder impuls van de grootgrondbezitter, die van de stad een ‘aristocratische’ trekpleister wilde maken, schoten talloze villa’s en luxueuze hotels uit de grond, terwijl ook golfterreinen, wandeldijken en oesterkwekerijen volgens hem noodzakelijk waren om de elite naar Nieuwpoort te krijgen.<ref>[http://www.vliz.be/imis/imis.php?module=ref&refid=107626 Debergh, R. (2006). Nieuwpoort: een illusie van ongerepte natuur, in: Uyttenhove, P. et al. (2006). Recollecting landscapes: herfotografie, geheugen en transformatie 1904-1980-2004. pp. 216-244.]</ref> In 1896 stelde hij dan ook 3 hectare 76 are 20 centiare van zijn grond op de rechter Ijzeroever ter beschikking om daar de derde oesterkwekerij van Nieuwpoort aan te leggen.<ref>[http://www.vliz.be/imis/imis.php?module=ref&refid=213601 Beun, J. (1988). Oester- en kreeftenkwekerijen te Nieuwpoort Bachten de Kupe 30(2): 45-51.]</ref> Andere belangrijke aandeelhouders in het oesterpark waren ene Victor Winckelmans, die een 4 hectare en 9 are groot terrein op het grondgebied van Westende toevoegde aan de oesterput, en een meneer Pompe de Meerdervoort, die de nodige kennis had om oesters te kweken.<ref name="Bijnens"/> In 1898 stortte de sluis die de putten verbond met het kanaal van de haven van Nieuwpoort in, waardoor de achterliggende terreinen van Lombardsijde en Westende bij vloed de kans liepen te overstromen. De inwoners van deze gebieden riepen dan ook de hulp in van de Kamer van Volksvertegenwoordiging om de sluis zo snel mogelijk xeer in zijn oorspronkelijke staat te herstellen.<ref>[http://www3.dekamer.be/digidoc/ANHA/K0019/K00193906/K00193906.PDF Verslag Kamer van Volksvertegenwoordiging, zitting 2 mei 1898.]</ref> Rond ca. 1913 moet een eind gekomen zijn aan het verhaal van de "N.V. Huîtrières Saint-Georges". Op een topografische kaart uit 1912 is deze oesterput immers nog terug te vinden,<ref>[http://www.vliz.be/imis/imis.php?module=ref&refid=25455 Massart, J. (1913). La cinquantième herborisation générale de la Société royale de Botanique de Belgique sur le littoral belge Bull. Soc. Roy. Bot. Belg. 51(2ième sér.)(1 (Vol. jubilaire)): 69-185, 41 plates.]</ref> terwijl het jaar erop op eenzelfde type kaart geen spoor meer te bekennen is van het park.<ref>Documentatiecentrum Legermuseum, collectie plannen en kaarten: Topografische kaart Nieuwpoort, 1913.</ref> | ||
+ | |||
+ | |||
+ | Het is goed mogelijk dat de bovenvermelde Pompe de Meerdervoort en Benjamin Crombez ook de initiatiefnemers waren van het mosselpark dat op verschillende kaarten ten noorden van de eerste kwekerij van [[Oesterpark Produits Maritimes|"N.V. Les Produits Maritimes"]] weergegeven wordt. Een artikel in ''Le Carillon'' van 13 mei 1899 berichtte alleszins over het bestaan van een mosselkwekerij, gelegen in het schorregebied aan de rechteroever van het kanaal, die sinds twee jaar werkzaam was. De grond waarop het park lag was eigendom van Crombez, terwijl de Meerdervoort de leiding van de teelt op zich nam.<ref>[http://god.biboostende.be/ViewDocument.asp?FTCID=14745 Le Carillon, 13 mei 1899.]</ref> | ||
+ | |||
+ | <br> | ||
==Referenties== | ==Referenties== | ||
+ | ---- | ||
<references/> | <references/> | ||
==Meer weten== | ==Meer weten== | ||
+ | ---- | ||
*[http://www.vliz.be/imis/imis.php?module=ref&refid=213601 Beun, J. (1988). Oester- en kreeftenkwekerijen te Nieuwpoort Bachten de Kupe 30(2): 45-51.] | *[http://www.vliz.be/imis/imis.php?module=ref&refid=213601 Beun, J. (1988). Oester- en kreeftenkwekerijen te Nieuwpoort Bachten de Kupe 30(2): 45-51.] | ||
*[http://www.vliz.be/imis/imis.php?module=ref&refid=214681 Bijnens, B. (2001). Nieuwpoortse oesterputten Bachten de Kupe 43: 208-215.] | *[http://www.vliz.be/imis/imis.php?module=ref&refid=214681 Bijnens, B. (2001). Nieuwpoortse oesterputten Bachten de Kupe 43: 208-215.] | ||
Line 13: | Line 37: | ||
*[http://god.biboostende.be/ViewDocument.asp?FTCID=14745 Le Carillon, 13 mei 1899.] | *[http://god.biboostende.be/ViewDocument.asp?FTCID=14745 Le Carillon, 13 mei 1899.] | ||
*[http://www3.dekamer.be/digidoc/ANHA/K0019/K00193906/K00193906.PDF Verslag Kamer van Volksvertegenwoordiging, zitting 2 mei 1898.] | *[http://www3.dekamer.be/digidoc/ANHA/K0019/K00193906/K00193906.PDF Verslag Kamer van Volksvertegenwoordiging, zitting 2 mei 1898.] | ||
+ | *Stadsarchief Nieuwpoort, kaartencollectie. | ||
+ | |||
+ | <div style="float: right; border: 1px solid #006784; | ||
+ | width: 180px"> | ||
+ | [[Historiek_van_de_Belgische_oesterkweek|>>Naar de introductiepagina<<]] | ||
+ | </div> |
Latest revision as of 08:57, 29 November 2013
|
Oesterpark "N.V. Huîtrières Saint-Georges" (1896-ca. 1913)
|
Hedendaagse kaart van Nieuwpoort, met de ligging van het voormalige oesterpark van "N.V. Huîtrières Saint-Georges"
|
Op 4 januari 1896 werd voor de notaris Ectors te Brussel de stichtingsakte van de “N.V. Huîtrières Saint-Georges” ondertekend. De hoofdzetel van deze onderneming, die opgericht was voor een tijdspanne van 30 jaar, bevond zich in Schaarbeek. Het startkapitaal bestond uit 300.000 frank, samengesteld uit 600 aandelen van 500 frank. Eén van de initiatiefnemers achter deze oesterput was de baron Benjamin Crombez.[1] Toen Nieuwpoort-Bad op 21 juli 1864 officieel gesticht werd als vierde badplaats langs de Belgische kust, was deze Crombez eigenaar van alle domeinen tussen Nieuwpoort-Stad en de zee. Onder impuls van de grootgrondbezitter, die van de stad een ‘aristocratische’ trekpleister wilde maken, schoten talloze villa’s en luxueuze hotels uit de grond, terwijl ook golfterreinen, wandeldijken en oesterkwekerijen volgens hem noodzakelijk waren om de elite naar Nieuwpoort te krijgen.[2] In 1896 stelde hij dan ook 3 hectare 76 are 20 centiare van zijn grond op de rechter Ijzeroever ter beschikking om daar de derde oesterkwekerij van Nieuwpoort aan te leggen.[3] Andere belangrijke aandeelhouders in het oesterpark waren ene Victor Winckelmans, die een 4 hectare en 9 are groot terrein op het grondgebied van Westende toevoegde aan de oesterput, en een meneer Pompe de Meerdervoort, die de nodige kennis had om oesters te kweken.[1] In 1898 stortte de sluis die de putten verbond met het kanaal van de haven van Nieuwpoort in, waardoor de achterliggende terreinen van Lombardsijde en Westende bij vloed de kans liepen te overstromen. De inwoners van deze gebieden riepen dan ook de hulp in van de Kamer van Volksvertegenwoordiging om de sluis zo snel mogelijk xeer in zijn oorspronkelijke staat te herstellen.[4] Rond ca. 1913 moet een eind gekomen zijn aan het verhaal van de "N.V. Huîtrières Saint-Georges". Op een topografische kaart uit 1912 is deze oesterput immers nog terug te vinden,[5] terwijl het jaar erop op eenzelfde type kaart geen spoor meer te bekennen is van het park.[6]
Het is goed mogelijk dat de bovenvermelde Pompe de Meerdervoort en Benjamin Crombez ook de initiatiefnemers waren van het mosselpark dat op verschillende kaarten ten noorden van de eerste kwekerij van "N.V. Les Produits Maritimes" weergegeven wordt. Een artikel in Le Carillon van 13 mei 1899 berichtte alleszins over het bestaan van een mosselkwekerij, gelegen in het schorregebied aan de rechteroever van het kanaal, die sinds twee jaar werkzaam was. De grond waarop het park lag was eigendom van Crombez, terwijl de Meerdervoort de leiding van de teelt op zich nam.[7]
Referenties
- ↑ 1.0 1.1 Bijnens, B. (2001). Nieuwpoortse oesterputten Bachten de Kupe 43: 208-215.
- ↑ Debergh, R. (2006). Nieuwpoort: een illusie van ongerepte natuur, in: Uyttenhove, P. et al. (2006). Recollecting landscapes: herfotografie, geheugen en transformatie 1904-1980-2004. pp. 216-244.
- ↑ Beun, J. (1988). Oester- en kreeftenkwekerijen te Nieuwpoort Bachten de Kupe 30(2): 45-51.
- ↑ Verslag Kamer van Volksvertegenwoordiging, zitting 2 mei 1898.
- ↑ Massart, J. (1913). La cinquantième herborisation générale de la Société royale de Botanique de Belgique sur le littoral belge Bull. Soc. Roy. Bot. Belg. 51(2ième sér.)(1 (Vol. jubilaire)): 69-185, 41 plates.
- ↑ Documentatiecentrum Legermuseum, collectie plannen en kaarten: Topografische kaart Nieuwpoort, 1913.
- ↑ Le Carillon, 13 mei 1899.
Meer weten
- Beun, J. (1988). Oester- en kreeftenkwekerijen te Nieuwpoort Bachten de Kupe 30(2): 45-51.
- Bijnens, B. (2001). Nieuwpoortse oesterputten Bachten de Kupe 43: 208-215.
- Debergh, R. (2006). Nieuwpoort: een illusie van ongerepte natuur, in: Uyttenhove, P. et al. (2006). Recollecting landscapes: herfotografie, geheugen en transformatie 1904-1980-2004. pp. 216-244.
- Le Carillon, 13 mei 1899.
- Verslag Kamer van Volksvertegenwoordiging, zitting 2 mei 1898.
- Stadsarchief Nieuwpoort, kaartencollectie.