Difference between revisions of "Japanse oester"
(→<span style="color:#00787A">Factoren die de verspreiding beïnvloeden</span>) |
(→<span style="color:#00787A">Effecten of potentiële effecten en maatregelen</span>: +ref +ref +ref) |
||
Line 82: | Line 82: | ||
===<span style="color:#00787A">Effecten of potentiële effecten en maatregelen</span>=== | ===<span style="color:#00787A">Effecten of potentiële effecten en maatregelen</span>=== | ||
− | + | Populaties van Japanse oesters zijn doorgaans zeer groot en dichtbevolkt. Door competitie voor ruimte en voedsel worden inheemse soorten zoals de blauwe mossel ''Mytilus edulis'' en de kokkel ''Cerastoderma edule'' fel benadeeld <ref name =3a></ref>[3]. Alle genoemde soorten voeden zich uiteindelijk met dezelfde kleine wiertjes uit de waterkolom. En op is op… <P> | |
− | + | Ook wordt gevreesd dat de larven van de inheemse soorten door de oesters uit het water gefilterd worden en opgegeten, zodat naast competitie ook kan gesproken worden van predatie <ref name = 5a> </ref>[5]. Om deze redenen verwijderen mosselboeren uit de Oosterschelde dan ook de zich ontwikkelende oesterbanken. | |
+ | Veel kustvogels, zoals scholekster en overwinterende kanoetstrandlopers, voeden zich vooral met mosselen <ref name = 11a></ref>[11]. Wanneer Japanse oesters de mosselen wegconcurreren, blijven de vogels met een lege maag achter. De oesters zijn immers veel te groot en te stevig om open te pikken <ref name = 5a> </ref>[5]. | ||
+ | Wanneer een oesterbed zich enkele jaren ongestoord kan ontwikkelen groeien de oesters over elkaar heen. Dit leidt tot grote aaneengeklitte pakketten, die in de Nederlandse volksmond “oesterbanken” worden genoemd. Ze vormen een vlijmscherp, onregelmatig uitziend ‘oestertapijt’ dat gevaarlijk is voor recreanten <ref name = 5a> </ref>[5]. Deze oesters kunnen niet geoogst worden: ze zijn vaak te groot, teveel met elkaar vergroeid en hebben een te onregelmatige vorm om op de markt te komen. | ||
+ | In gebieden met weinig harde ondergrond gaat het oesterbroed zich ook vestigen op mosselbedden in mosselculturen en ze uiteindelijk overgroeien <ref name = 3a> </ref>[3]. | ||
+ | Van sommige soorten wordt aangenomen dat ze Europese wateren hebben bereikt door transport met of in Japanse oesters: bijvoorbeeld de kruiskwal ''Gonionemus vertens'' <ref name = 12a> </ref>[12], het parasitaire roeipootkreeftjes ''Mytilicola orientalis'' <ref name = 13a> </ref>[13], het [[Japanse kelp|wakame wier]] ''Undaria pinnatifida'' en de [[oesterparasiet]] ''Bonamia ostreae'' <ref name = 14a> </ref>[14].<P> | ||
+ | In de litteratuur is er enkel sprake van manuele of mechanische verwijdering als maatregel tegen de Japanse oester <ref name = Soenen> </ref>(Soenen 2011). | ||
<P> | <P> | ||
<BR> | <BR> |
Revision as of 12:03, 24 October 2011
Japanse oester
De Japanse oester Crassostrea gigas of 'creuse', door veel mensen aanzien als een lekkernij, werd in 1969 in België geïmporteerd als alternatief voor de falende kweek met de lokale platte oester. Men dacht oorspronkelijk dat deze soort zich hier niet zou kunnen voortplanten vanwege het koude klimaat. Maar dat was fout! De Japanse oester heeft het hier goed naar zijn zin en vestigt zich op alle mogelijke harde ondergronden (dijken, strandhoofden, mosselbanken, ...), waarbij ze in concurrentie treedt met mosselen en lokale schaaldieren voor beschikbare ruimte en voedsel.
|
Wetenschappelijke naam
Crassostrea gigas (Thunberg, 1793)
Oorspronkelijke verspreiding
Van oorsprong komt de Japanse oester voor in Zuidoost-Azië en Japan [1][2][3][1,2,3]. Deze weekdieren kunnen zich met hun onderste schelp vasthechten op bijna elke harde ondergrond of substraat in zowel mariene, als estuariene wateren. Men vindt ze echter ook in modderige of zandige zones, waar ze vastzitten op pakketten van lege schelpen of op levende banken van een andere schelpensoort [2][2]. Na verloop van tijd kan op deze manier een oesterbank ontstaan. Zo ontwikkelt er ‘nieuw’ hard substraat in gebieden waar voordien enkel zacht substraat aanwezig was.
Eerste waarneming in België
De kweek van de inheemse platte oester Ostrea edulis ging vrijwel geheel verloren door de strenge winters van 1962-1963. Daarbovenop kwam sinds 1980 ook nog eens de oesterziekte Bonamiasis de kop opsteken, waar de platte oester heel gevoelig voor is [4][5][4,5]. In 1969 werden daarom Japanse oesters ingevoerd uit Nederland en uitgezet in de Spuikom van Oostende. Deze Nederlandse oesters stamden echter rechtstreeks af van Canadese en Japanse voorouders [6][6]. Men vermoedde toen dat natuurlijke reproductie niet mogelijk was door de te koude wintertemperaturen in onze wateren. Maar het liep anders…
Verspreiding in België
Broedval van Japanse oesters buiten de oesterpercelen zorgde voor een moeilijk te stoppen gebiedsuitbreiding. De Japanse oester heeft nu grote populaties in verschillende havens zoals bijvoorbeeld Nieuwpoort, Oostende, Zeebrugge en Blankenberge en is ook verspreid aanwezig op boeien in zee en op strandhoofden [3][7][8][3,7,8].Voor de Spuikom van Oostende werd berekend dat hier zo’n 3,7 % van het bodemoppervlak bedekt is met Japanse oesters. De oesters vormen hier riffen die voornamelijk uit lege afgestorven schelpen bestaan. De oester komt vooral in het zuiden van de Spuikom – waar de kwekerijen zich situeren – abundant voor [9] (Soenen 2011).
Er werd ook melding gemaakt van grote hoeveelheden jonge Japanse oesters vastgehecht op aangespoelde zaagjes Donax vittatus op de stranden van Westende tot De Panne [10][9].
Verspreiding in onze buurlanden
De Japanse oester is in grote aantallen aanwezig in Nederland, Duitsland, Engeland, Frankrijk en wordt noordelijk gevonden tot Denemarken en het zuiden van Noorwegen [11](Miossec 2009).In Nederland zijn riffen met duizenden Japanse oesters terug te vinden in de Schelde delta (Ooster- en Westerschelde), de Noordzee en de Waddenzee. Ook zijn veel van de betonnen dijken er overgroeid met een tapijt van Japanse oesters [5][5]. De eerste Nederlandse verwilderde exemplaren werden in 1971 in de Oosterschelde waargenomen [12](Kerckhoff 2011). De opmars in de Waddenzee begon rond 1983 op het waddeneiland Texel [5][5]. De soort blijft zich verder uitbreiden in de Nederlandse en Duitse Waddenzee [3][3].
In Groot-Brittannië werd in 1965 voor het eerst broed van de Japanse oester ingevoerd. Sinds de jaren 1990 worden er verwilderde exemplaren van Japanse oesters waargenomen in het zuiden van Groot-Brittannië: zo bijvoorbeeld in het Teign-estuarium en rond Wales. Genetisch onderzoek doet echter vermoeden dat deze wilde Japanse oesters hier vanuit Frankrijk geraakt zijn [11](Miossec 2009).
In de Noord-Europese landen verspreiden Japanse oesters zich veel moeilijker, omdat de voortplanting daar door de koude belemmerd wordt. In Noorwegen bijvoorbeeld zijn deze oesters nog nooit buiten de kwekerijen waargenomen [3][3].
Wijze van introductie
Deze soort is opzettelijk uitgezet voor de oesterkweek. Wanneer de oesters zich gaan voortplanten wordt het oesterbroed door zeestromingen meegevoerd, waarna de jonge oesters zich vestigen op elk type harde ondergrond [2][3][5][2,3,5].
Redenen waarom deze soort zo succesrijk is in onze contreien
Na dertig jaar kweek waren duizenden exemplaren aanwezig langs onze kusten in kweekculturen, wat zorgde voor een grote stock van waaruit uitbreiding buiten die kweekculturen kon gebeuren [1][1]. Daarbij komt dat deze oesters, in tegenstelling tot wat men vroeger dacht, wel goed bestand zijn tegen onze koude wintertemperaturen, zodat weinig wintersterfte optreedt [7][7]. De Vlaamse “betonkusten” met veel dijken, pieren en strandhoofden, bieden ruimte en houvast. Eén enkele oester kan tot 100 miljoen eitjes produceren en op die manier snel elk type harde ondergrond koloniseren. Eens gevestigd, kennen de oesters (behalve de mens) amper vijanden.
Factoren die de verspreiding beïnvloeden
De recente warmere zomers zorgden langs de Noordzeekusten voor een sterke populatiegroei bij de Japanse oester [13][10]. Voor voortplanting is een temperatuur van minimum 16-18 °C nodig. Tegelijkertijd zijn koude winters schaars geworden en overleven de volwassen dieren gemakkelijk de winter [7][7]. Warme zomers kunnen mogelijk verantwoordelijk zijn voor de massale sterfte onder de Japanse oesters, die in sommige regio’s – waaronder de Oostendse Spuikom – werden waargenomen. Het is nog niet zeker of de temperatuur zelf een rol speelt. Mogelijk is de sterfte te wijten aan gerelateerde zuurstofarme omstandigheden of aan een andere – nog onbekende – oorzaak [9](Soenen 2011).De Japanse oester komt bij ons enkel voor in water met een zoutgehalte boven 10 PSU [5][5]. Ter vergelijking: het zeewater in onze Noordzee heeft een gemiddeld zoutgehalte van 35 PSU. Hierdoor wordt de verspreiding van de soort naar rivieren toe belemmerd. In de Waddenzee is de verspreiding opmerkelijk trager verlopen dan in de Oosterschelde wegens een gebrek aan harde ondergronden [5][5].
Effecten of potentiële effecten en maatregelen
Populaties van Japanse oesters zijn doorgaans zeer groot en dichtbevolkt. Door competitie voor ruimte en voedsel worden inheemse soorten zoals de blauwe mossel Mytilus edulis en de kokkel Cerastoderma edule fel benadeeld [3][3]. Alle genoemde soorten voeden zich uiteindelijk met dezelfde kleine wiertjes uit de waterkolom. En op is op…Ook wordt gevreesd dat de larven van de inheemse soorten door de oesters uit het water gefilterd worden en opgegeten, zodat naast competitie ook kan gesproken worden van predatie [5][5]. Om deze redenen verwijderen mosselboeren uit de Oosterschelde dan ook de zich ontwikkelende oesterbanken. Veel kustvogels, zoals scholekster en overwinterende kanoetstrandlopers, voeden zich vooral met mosselen [14][11]. Wanneer Japanse oesters de mosselen wegconcurreren, blijven de vogels met een lege maag achter. De oesters zijn immers veel te groot en te stevig om open te pikken [5][5]. Wanneer een oesterbed zich enkele jaren ongestoord kan ontwikkelen groeien de oesters over elkaar heen. Dit leidt tot grote aaneengeklitte pakketten, die in de Nederlandse volksmond “oesterbanken” worden genoemd. Ze vormen een vlijmscherp, onregelmatig uitziend ‘oestertapijt’ dat gevaarlijk is voor recreanten [5][5]. Deze oesters kunnen niet geoogst worden: ze zijn vaak te groot, teveel met elkaar vergroeid en hebben een te onregelmatige vorm om op de markt te komen. In gebieden met weinig harde ondergrond gaat het oesterbroed zich ook vestigen op mosselbedden in mosselculturen en ze uiteindelijk overgroeien [3][3]. Van sommige soorten wordt aangenomen dat ze Europese wateren hebben bereikt door transport met of in Japanse oesters: bijvoorbeeld de kruiskwal Gonionemus vertens [15][12], het parasitaire roeipootkreeftjes Mytilicola orientalis [16][13], het wakame wier Undaria pinnatifida en de oesterparasiet Bonamia ostreae [17][14].
In de litteratuur is er enkel sprake van manuele of mechanische verwijdering als maatregel tegen de Japanse oester [9](Soenen 2011).
Specifieke kenmerken
TEKST
Weetjes
TITEL
TEKST
Geraadpleegde bronnen
- ↑ 1.0 1.1 Eno, N.C.; Clark, R.A.; Sanderson, W.G. (Ed.) (1997). Non-native marine species in British waters: a review and directory. Joint Nature Conservation Committee: Peterborough. ISBN 1-86107-442-5. 152 pp. details Cite error: Invalid
<ref>
tag; name "1a" defined multiple times with different content - ↑ 2.0 2.1 2.2 Wolff, W.J. (2005). Non-indigenous marine and estuarine species in the Netherlands Zool. Meded. 79(1): 3-116. details Cite error: Invalid
<ref>
tag; name "2a" defined multiple times with different content Cite error: Invalid<ref>
tag; name "2a" defined multiple times with different content - ↑ 3.0 3.1 3.2 3.3 3.4 3.5 3.6 ICES Advisory Committee on the Marine Environment (2006). Working Group on Introductions and Transfers of Marine Organisms (WGITMO) 16-17 March 2006 Oostende, Belgium. C.M. - International Council for the Exploration of the Sea, CM 2006(ACME:05). ICES: Copenhagen. 330 pp. details Cite error: Invalid
<ref>
tag; name "3a" defined multiple times with different content Cite error: Invalid<ref>
tag; name "3a" defined multiple times with different content Cite error: Invalid<ref>
tag; name "3a" defined multiple times with different content Cite error: Invalid<ref>
tag; name "3a" defined multiple times with different content Cite error: Invalid<ref>
tag; name "3a" defined multiple times with different content - ↑ Kater, B.J. (2003). Ecologisch profiel van de Japanse oester. Rapport Rijksinstituut voor Visserijonderzoek, C032/03. RIVO: Ijmuiden. 32 pp. details
- ↑ 5.0 5.1 5.2 5.3 5.4 5.5 5.6 5.7 5.8 Dankers, N.M.J.A.; Dijkman, E.M.; De Jong, M.L.; de Kort, G.; Meijboom, A. (2004). De verspreiding en uitbreiding van de Japanse Oester in de Waddenzee. Alterra-Rapport, 909. Alterra: Wageningen. 51 pp. details Cite error: Invalid
<ref>
tag; name "5a" defined multiple times with different content Cite error: Invalid<ref>
tag; name "5a" defined multiple times with different content Cite error: Invalid<ref>
tag; name "5a" defined multiple times with different content Cite error: Invalid<ref>
tag; name "5a" defined multiple times with different content Cite error: Invalid<ref>
tag; name "5a" defined multiple times with different content Cite error: Invalid<ref>
tag; name "5a" defined multiple times with different content Cite error: Invalid<ref>
tag; name "5a" defined multiple times with different content Cite error: Invalid<ref>
tag; name "5a" defined multiple times with different content - ↑ Leloup, E. (1971). Recherches sur l'ostreiculture dans le bassin de chasse d'Ostende pendant l'année 1969 Bull. K. Belg. Inst. Nat. Wet. 47(25): 1-16. details
- ↑ 7.0 7.1 7.2 Kerckhof, F. (1997). De schaalhoorn Patella vulgata en de Japanse oester Crassostrea gigas na de koude winters 1995/1996 en 1996/1997 De Strandvlo 17(2): 49-51. details Cite error: Invalid
<ref>
tag; name "7a" defined multiple times with different content Cite error: Invalid<ref>
tag; name "7a" defined multiple times with different content - ↑ Engledow, H.; Spanoghe, G.; Volckaert, A.M.; Coppejans, E.; Degraer, S.; Vincx, M.; Hoffmann, M. (2001). Onderzoek naar (1) de fysische karakterisatie en (2) de biodiversiteit van strandhoofden en andere harde constructies langs de Belgische kust: eindrapport van de onderhandse overeenkomst dd. 17.02.2000 i.o.v. de Afdeling Waterwegen Kust van het Ministerie van de Vlaamse Gemeenschap, Departement Leefmilieu en infrastructuur, Administratie Waterwegen en Zeewezen. Rapport Instituut voor Natuurbehoud, 2001.20. Instituut voor Natuurbehoud/Universiteit Gent: Gent. 110 + annexes pp. details
- ↑ 9.0 9.1 9.2 Soenen, K. (2011). The Sluice Dock in Ostend: Towards an integrated management plan to reduce the Pacific oyster (Crassostrea gigas, Thunberg). MSc Thesis. Ghent University, Marine Biology Research group: Ghent. 53 pp. details Cite error: Invalid
<ref>
tag; name "Soenen" defined multiple times with different content Cite error: Invalid<ref>
tag; name "Soenen" defined multiple times with different content - ↑ Jonckheere, I. (2006). Nieuwe vestingsplaats voor Japanse oesters Crassostrea gigas (Thunberg, 1793) De Strandvlo 26(4): 135-139. details
- ↑ 11.0 11.1 Miossec, L.; Le Deuff, R.M.; Goulletquer, P. (2009). Alien species alert: Crassostrea gigas (Pacific oyster). ICES Cooperative Research Report, 299. ICES: Copenhagen. 42 pp. details Cite error: Invalid
<ref>
tag; name "Miossec" defined multiple times with different content - ↑ Kerckhof, F. (2011). Een vroege waarneming van verwilderde Japanse oesters Crassostrea gigas in de Oosterschelde Het Zeepaard 71(2): 61-67. details
- ↑ Diederich, S.; Nehls, G.; van Beusekom, J.E.E.; Reise, K. (2005). Introduced Pacific oysters (Crassostrea gigas) in the northern Wadden Sea: invasion accelerated by warm summers? Helgol. Mar. Res. 59(2): 97-106. details
- ↑ Cite error: Invalid
<ref>
tag; no text was provided for refs named11a
- ↑
- ↑
- ↑