Difference between revisions of "Oesterpark Vanderheyde"

From Coastal Wiki
Jump to: navigation, search
Line 4: Line 4:
 
''Opvolger van [[Oesterpark Clays|Oesterpark "Clays&Cie"]]''
 
''Opvolger van [[Oesterpark Clays|Oesterpark "Clays&Cie"]]''
  
In 1829 werden de oesterputten van de firma "Clays&Cie", gelegen in de Sint-Catharinapolder net buiten de stad Oostende, uitgebaat door de Oostendse reder Balthasar Vanderheyde.<ref name="Permantier">[http://www.vliz.be/imis/imis.php?module=ref&refid=66063 Parmentier, J. (2004). Het gezicht van de Oostendse handelaar: studie van de Oostendse kooplieden, reders en ondernemers actief in de internationale maritieme handel en visserij tijdens de 18de eeuw. Oostendse Historische Publicaties, 11. Johan Vandenabeele: Oostende. 464 pp.]</ref> Wanneer deze laatste net het roer van het allereerste oesterpark aan de Belgische kust overnam, is niet duidelijk. Tot 1817 bleven de putten alleszins in handen van de familie De Loose<ref>[http://search.ugent.be/meercat/x/all-view?q=huitres&start=4&filter=&sort=&rec=rug01:000954076 Handschriftencollectie UGent - Documenten Betreffende Oostende: map Huitres, document 0743.]</ref>, de oorspronkelijke eigenaars, en in 1823 werd blijkbaar melding gemaakt van een vereniging "Vanderheyde-De Loose".<ref>[http://www.vliz.be/imis/imis.php?module=ref&refid=78002 Van Beneden, P.-J.; Van Iseghem, J. (1866). Rapport sur les parcs aux huîtres, à Ostende, in: (1866). Rapport de la Commission chargée de faire une enquête sur la situation de la pêche maritime en Belgique. pp. 61-64.]</ref> 6 jaar later werd enkel nog Balthasar Vanderheyde de vermeld als uitbater van het bedrijf.<ref name="Parmentier"/>
+
In 1829 werden de oesterputten van de firma "Clays&Cie", gelegen in de Sint-Catharinapolder net buiten de stad Oostende, uitgebaat door de Oostendse reder Balthasar Vanderheyde.<ref name="Parmentier">[http://www.vliz.be/imis/imis.php?module=ref&refid=66063 Parmentier, J. (2004). Het gezicht van de Oostendse handelaar: studie van de Oostendse kooplieden, reders en ondernemers actief in de internationale maritieme handel en visserij tijdens de 18de eeuw. Oostendse Historische Publicaties, 11. Johan Vandenabeele: Oostende. 464 pp.]</ref> Wanneer deze laatste net het roer van het allereerste oesterpark aan de Belgische kust overnam, is niet duidelijk. Tot 1817 bleven de putten alleszins in handen van de familie De Loose<ref>[http://search.ugent.be/meercat/x/all-view?q=huitres&start=4&filter=&sort=&rec=rug01:000954076 Handschriftencollectie UGent - Documenten Betreffende Oostende: map Huitres, document 0743.]</ref>, de oorspronkelijke eigenaars, en in 1823 werd blijkbaar melding gemaakt van een vereniging "Vanderheyde-De Loose".<ref>[http://www.vliz.be/imis/imis.php?module=ref&refid=78002 Van Beneden, P.-J.; Van Iseghem, J. (1866). Rapport sur les parcs aux huîtres, à Ostende, in: (1866). Rapport de la Commission chargée de faire une enquête sur la situation de la pêche maritime en Belgique. pp. 61-64.]</ref> 6 jaar later werd enkel nog Balthasar Vanderheyde de vermeld als uitbater van het bedrijf.<ref name="Parmentier"/>
  
  

Revision as of 16:40, 10 May 2012

Oesterpark "Vanderheyde" (ca. jaren 1820-1883)

Opvolger van Oesterpark "Clays&Cie"

In 1829 werden de oesterputten van de firma "Clays&Cie", gelegen in de Sint-Catharinapolder net buiten de stad Oostende, uitgebaat door de Oostendse reder Balthasar Vanderheyde.[1] Wanneer deze laatste net het roer van het allereerste oesterpark aan de Belgische kust overnam, is niet duidelijk. Tot 1817 bleven de putten alleszins in handen van de familie De Loose[2], de oorspronkelijke eigenaars, en in 1823 werd blijkbaar melding gemaakt van een vereniging "Vanderheyde-De Loose".[3] 6 jaar later werd enkel nog Balthasar Vanderheyde de vermeld als uitbater van het bedrijf.[1]


Na de dood van Balthasar Vanderheyde kwam zijn weduwe aan het hoofd te staan van de kwekerij, die ondertussen herdoopt was tot oesterpark "Vanderheyde". De oesters werden in deze periode voornamelijk aangevoerd vanuit Burnham en Whitstable.[4] Het oesterpark bleef tot 1888 werkzaam onder de naam “Vanderheyde”, maar de opeenvolging van eigenaars en uitbaters en de verschillende verdelingen van het domein zijn een moeilijke aangelegenheid. Het kadaster vermeldde in 1835 enkel de weduwe Vanderheyde als eigenaar, maar later werden ook de kinderen van het koppel toegevoegd als aandeelhouders. In 1849 werd een deel van de oesterkwekerij vervolgens verkocht aan een August De Loose en consorten uit Gent. In 1870 was enkel August De Loose nog eigenaar van het park, met ene Carolus Desmet als erfpachter.[5] Het jaar erop was er echter alweer sprake van een vereniging De Loose-Vanderheyde.[4]


In 1883 werden de gronden van het oesterpark “Vanderheyde” onteigend. Op 10 december 1883 verkochten Victor Vanderheyde en Eugénie de Limon de Steenbrugge, de echtgenote van de Gentse burgemeester Charles de Kerchove de Denterghem, het 15.248 m² grote domein aan de Belgische staat.[4] Op 29 maart 1888 werden de laatste materialen van de oesterput openbaar verkocht en kwam zo een einde aan de allereeste oesterkwekerij aan de Belgische kust.[6]


Referenties

Meer weten