Difference between revisions of "Template:Kader"

From Coastal Wiki
Jump to: navigation, search
Line 11: Line 11:
 
|
 
|
 
|}
 
|}
|<div style="font-size:160%;padding:0em 2em 0em 0em; font-weight:bold; ">Oesterparken "Stichert-Stracké & Cie" (1887-ca. 1925)</div>
+
|<div style="font-size:160%;padding:0em 0em 0em 1em; font-weight:bold; ">Oesterparken "Stichert-Stracké & Cie" (1887-ca. 1925)</div>
 
|}
 
|}
 
</div>
 
</div>
Line 31: Line 31:
  
 
</div>
 
</div>
</div>
+
<div style="float:left">
  
 
{|cellspacing="0" cellpadding="0" style="border: 2px solid #00787A; width: 310px; height: 0px"  
 
{|cellspacing="0" cellpadding="0" style="border: 2px solid #00787A; width: 310px; height: 0px"  
Line 37: Line 37:
 
|}
 
|}
  
 +
</div>
 +
</div>
  
 +
Het oesterpark "Royon-Hertoghe & Cie" was een verderzetting van de onderneming [[Oesterpark Royon-Bettger|"Royon-Bettger & Cie"]] die reeds in 1856 door Louis Royon en de Keulse handelaar Gustave Bettger in Oostende in het leven geroepen was.<ref name="Halewyck">[http://www.vliz.be/imis/imis.php?module=ref&refid=64754 Halewyck, R.; Hostyn, N. (1978). Oostends oesterboek: historiek van de Oostendse oesterteelt vanaf de 18e eeuw tot op heden. Oostendse Heem- en Geschiedkundige Kring "De Plate": Oostende. 68, 34 pl. pp.]</ref> De samenwerking tussen deze twee ondernemers liep echter algauw spaak. In 1860-1861 kwamen beide immers tegenover elkaar te staan in de rechtbank, nadat de Duitse firma "Bettger & Cie" een proces aangespannen had tegen een coalitie van zes Oostendse oesterparken, waaronder [[Oesterpark Royon-Bettger|"Royon-Bettger & Cie"]] zelf.<ref>[http://search.ugent.be/meercat/x/bkt01?q=900000014386 Handschriftencollectie UGent - Documenten Betreffende Oostende: Lauwers, J.B., Jugements prononcés par le tribunal de commerce d'Ostende, Gent, 1861.]</ref> Een misverstand over de kwaliteit, grootte en prijs van een zending oesters voor Keulen bracht uiteindelijk definitief een einde aan de vennootschap tussen Bettger en Royon. Bij akte van 4 januari 1865 werd de maatschappij opgedoekt. Het jaar erop, op 10 augustus 1866, verkocht Bettger zijn één derde eigendomsaandeel in de oesterput aan de Brugse advocaat Charles Meynne. Deze laatste veroverde ook één zesde van het aandeel van Louis Royon, waardoor Meynne en Royon vanaf dan elk de helft van de oesterput bezaten. Het hotel-restaurant “Pavillon du Rhin” bleef echter wel volledig in handen van de familie Royon-Hertoghe. Op 18 augustus 1866 liet Bettger zijn aandeel in het complex immers over aan Royon.<ref name="Farasyn">[http://www.vliz.be/imis/imis.php?module=ref&refid=197845 Farasyn, D. (2001). Historiek van de eerste gebouwen langs de Oostendse zeedijk 1830-1878. Tweede uitgave. Oostendse Heem- en Geschiedkundige Kring "De Plate": Oostende. 88 pp.]</ref> Niet veel later, op 18 oktober 1866 overleed Louis Antoine Royon te Mariakerke. Het “Pavillon du Rhin” kwam volledig in handen van zijn erfgenamen, de oesterput slechts deels. De effectieve uitbating van het park, nu met de naam "Royon-Hertoghe & Cie", gebeurde echter wel door Michel Halewyck, echtgenoot van Eugénie Royon en dus de schoonzoon van Louis.<ref name="Halewyck"/>
  
  
 
+
<includeonly>
 
 
  
 
__NOTITLE__
 
__NOTITLE__

Revision as of 11:38, 3 August 2012

Oesterparken "Stichert-Stracké & Cie" (1887-ca. 1925)

<googlemap lat="51.222734" lon="2.938911" zoom="12" width="300" height="300" type="satellite" selector="yes" icon="icon_green.png">

51.227995, 2.907544, Oesterpark "Royon-Hertoghe & Cie" (ca.1866-ca.1895) </googlemap>

onderschrift

Het oesterpark "Royon-Hertoghe & Cie" was een verderzetting van de onderneming "Royon-Bettger & Cie" die reeds in 1856 door Louis Royon en de Keulse handelaar Gustave Bettger in Oostende in het leven geroepen was.[1] De samenwerking tussen deze twee ondernemers liep echter algauw spaak. In 1860-1861 kwamen beide immers tegenover elkaar te staan in de rechtbank, nadat de Duitse firma "Bettger & Cie" een proces aangespannen had tegen een coalitie van zes Oostendse oesterparken, waaronder "Royon-Bettger & Cie" zelf.[2] Een misverstand over de kwaliteit, grootte en prijs van een zending oesters voor Keulen bracht uiteindelijk definitief een einde aan de vennootschap tussen Bettger en Royon. Bij akte van 4 januari 1865 werd de maatschappij opgedoekt. Het jaar erop, op 10 augustus 1866, verkocht Bettger zijn één derde eigendomsaandeel in de oesterput aan de Brugse advocaat Charles Meynne. Deze laatste veroverde ook één zesde van het aandeel van Louis Royon, waardoor Meynne en Royon vanaf dan elk de helft van de oesterput bezaten. Het hotel-restaurant “Pavillon du Rhin” bleef echter wel volledig in handen van de familie Royon-Hertoghe. Op 18 augustus 1866 liet Bettger zijn aandeel in het complex immers over aan Royon.[3] Niet veel later, op 18 oktober 1866 overleed Louis Antoine Royon te Mariakerke. Het “Pavillon du Rhin” kwam volledig in handen van zijn erfgenamen, de oesterput slechts deels. De effectieve uitbating van het park, nu met de naam "Royon-Hertoghe & Cie", gebeurde echter wel door Michel Halewyck, echtgenoot van Eugénie Royon en dus de schoonzoon van Louis.[1]